SCHEIDING De zonne vaart door stroomen mist. Een scheuren en een scheiden is 't, Een waaien en een wolken. Mijn Vlaandren, zie den hemel aan, Straks zal uw zonne zuiver staan En schijnen voor de volken. Straks zal het branden in het zwart Der boomen en het diepe hart Der zaaiers van uw oogsten, Terwijl der dichtren vlammend lied, In forsche drift naar vrijheid, schiet De laagten uit ten hoogsten. Blijf aarzlen die nog aarzlen kunt; U is de zegen niet gegund Die daalt op vroom vertrouwen. Slechts wie het licht van binnen droeg Wie al den winter lente vroeg Zal 't eerste licht aanschouwen. Het scheidt, het scheurt, de zon is los, En over veld en hoeve en bosch Alover stad en toren, Alzijds, om elke plooi des lands Valt lentedeugd en lenteglans: Oud Vlaandren is herboren! 29 Vaderlandsche liederen, Volksuitgave, Anderlecht 1917, 48 p. 60 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p. 69 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p. 87 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.